Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [47]Schep u water ter belegering; versterk uw vastigheden; [48]ga in de klei, en treed in het leem; [49]verbeter den ticheloven. 47. Of, put water; dat is, doe provisie van water, heb water in voorraad, opdat gij het moogt genieten in den tijd der aanstaande belegering. Het is ene spotrede. Men kan hier door water [gelijk elders door brood] verstaan alle noodwendigheid tot onderhoud voor het leven van node. 48. Dat is, bereid alles wat tot het metselen van muren en vastigheden van node is. 49. Hebr. versterk. Zie Neh.3:4, enz. De zin is: Bak vrij, en heb in voorraad een groot getal bakstenen, om uwe stadsmuren te verbeteren en te versterken.